De bijdrage die ik op 4 mei schreef was er eentje met een euforisch tintje. Met bestraling no. 18 in de pocket loop ik die dag fluitend door de schuifdeuren van de Daniël den Hoed. Het behandeltraject zit erop. Sinds die dag is er ruim een maand voorbij gegaan. Vooruit, dacht ik vanmorgen, ik pak de pen weer eens ter hand.
In het ziekenhuis is me door de verpleegkundige verteld dat je de periode van de chemokuren en de radiotherapie eigenlijk moet omslaan ten aanzien van je herstel; ik ben ongeveer vijf maanden behandeld, dat betekent dat ik ook vijf maanden nodig zou hebben om te herstellen. Ook heb ik te horen gekregen dat de effecten van de radiotherapie in de weken na de laatste bestraling juist kunnen verhevigen. Tijdens de bestralingsperiode heb ik weinig last gehad van de bestralingen, zelfs niet bij bestraling 16, 17 en 18. Zoals gezegd, de effecten zouden ook in de weken na de bestralingen nog kunnen optreden. In mijn achterhoofd houd ik daar wel rekening mee, maar ook in de week na de bestralingen valt het mee met de negatieve effecten. Op een branderige keel en een rode huid na, heb ik niets te klagen. Deze zomer zal ik niet bruin worden, omdat ik bij een straaltje zon met factor 50 in de aanslag moet staan ter bescherming van de bestraalde huid. Ach, dat neem ik graag op de koop toe.
De weken die volgen merk ik dat ik fysiek sterker word. Dat gaat met kleine stappen, ik moet er hard voor werken. De vermoeidheid, waar ik voor gewaarschuwd ben, blijft uit.
Nieuwe coupe
Mijn haar begint weer te groeien. Die rare kop met dons verdwijnt, mijn haar wordt steeds donkerder. Ook mijn wenkbrauwen komen terug. Ik kan weer een beetje gel gebruiken. Ik heb het moment dat ik mijn haar ging verliezen ervaren als één van de confronterende momenten uit de periode van mijn ziekte. Ik kan u zeggen: daar tegenover staat het moment dat je merkt dat je haar terugkomt. Waar de meeste mensen een goede fles wijn bewaren om een speciale gebeurtenis te vieren, heb ik de afgelopen maanden de beste gel laten rijpen onder ideale omstandigheden.
En nu…nu kan ik weer smeren! Ik had nooit kunnen denken dat dit zo’n kick zou geven. Het is iedere dag een bevestiging op de weg terug te zijn. Men zegt dat iemand die chemokuren heeft gehad en zijn haar is verloren, kans heeft daar een geheel ander kapsel voor terug te krijgen. Krullen, mijn haar is nog kort, dus ik heb ze nog niet kunnen waarnemen. Wat niet is kan nog komen!
Parijs
In mijn verhaaltjes maakte ik vaak vergelijkingen met de sport. Mijn vader besloot daarom dat het mooi zou zijn om de metafoor van finishen in Parijs op de Champs-Élysées waarover ik heb geschreven (naar analogie met de Tour de France) werkelijkheid te maken. Afgelopen woensdag togen ik en m’n pa met de Thalys naar de Franse hoofdstad voor een bliksembezoek van een dag. Doel: op de foto bij de Arc de Triomphe (la Grande Arche).
Toen er uiteindelijk écht gefinisht was, de foto’s waren genomen, hebben we in de tijd die over was ook de rest van de stad nog kunnen bekijken. Het Louvre, de Notre Dame en Montmartre. De metro is het geëigende vervoermiddel om je te verplaatsen in Parijs. Makkelijk, snel en goedkoop. Zelf was ik vooral onder de indruk van de geweldige schat aan kunst die het Louvre herbergt en de onevenredig grote belangstelling die het grote publiek heeft voor de Mona Lisa, bijkans het lelijkste schilderij van heel het museum.
Een mentaal tikkie
Fysiek gezien gaat alles voor de wind. Ik ben me ook meer bewust van het feit dat ik soms wat voorzichtiger met m’n lijf moet omgaan, niet te gek moet doen, en hard moet werken om fit te worden. Kleine stappen. Met betrekking tot mijn mentale gesteldheid kreeg ik vaak te horen: “wat ben je sterk!” en “je staat er zo positief in”. Dat is fijn, het geeft je tijdens je ziekte een duwtje in de rug. Moet gezegd worden, het is wel de buitenkant die mensen zien, niet dat ik thuis in een hoekje zat te treuren, maar ook ik had m’n baalmomenten. Toch, over het algemeen ben ik op mentaal vlak soepel door de periode van mijn behandelingen gerold. Je zit in een soort kadans, waarin “beter worden” het doel is dat je voortdurend aan de horizon ziet liggen.
Nu ik niet meer behandeld word, niet meer dagelijks naar het ziekenhuis hoef voor een portie stralen, merk ik dat ik toch een beetje in een soort gat val. Het is lastig schakelen. Doel bereikt, wat nu? Het zet me aan het denken, veel vragen werpen zich op. Ik vind het moeilijk om voor mezelf antwoorden te formuleren en ben vaak aan het malen. Waar ik voorheen sceptisch was, overweeg ik nu toch deel te nemen aan de trainingen van Herstel&Balans, een programma waarin mensen die met kanker te maken hebben gehad fysiek en mentaal weer op weg worden geholpen.
Boek
Ik vertelde al dat ik erover denk om mijn verhaal in boekvorm te publiceren. Die kogel is door de kerk. It giet oan! In de tijd dat ik deze stukjes schreef, ben ik erachter gekomen dat schrijven leuk is. Het was voor mij daarnaast een manier om mijn gedachten te ordenen. Ik kan mijn eigen werk niet beoordelen, maar ik heb veel leuke, positieve reacties gehad. Dat heeft mij ertoe gebracht te besluiten iets te doen met mijn verhaal. Niet omdat mijn verhaal zo bijzonder is in de wereld van kanker, er zijn vele mensen die met een zwaardere, ingrijpendere vorm van de ziekte te maken krijgen. Toch denk ik dat ik iets kan bijdragen. Ik hoop met het schrijven van een boek op een heldere manier inzicht te geven in de ziekte en de behandeling. Ik zeg niet dat mijn manier dé manier is. Ik denk wel dat een zekere nuchtere, positieve (soms zelfs luchtige) benadering van de ziekte, de omgang met kanker (of welke ziekte dan ook) onder bepaalde omstandigheden makkelijker kan maken voor de patiënt en voor zijn of haar omgeving. Jerry van Rekom, die ik ken via Sliedrecht Sport, heeft aangeboden mij te helpen bij de publicatie. Een prachtig gebaar. In grote lijnen heb ik in mijn hoofd wat ik wil gaan vertellen, organisatorisch staat het verhaal ook aardig in de steigers. Ik ben rustig aan begonnen met schrijven. Als het zover is, hoort u van me.
Controle
Patiënten die schoon zijn verklaard, worden het eerste jaar na hun behandeling nauwlettend in de gaten gehouden. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het controletraject minder intensief. Ik moet mij in eerste instantie om de 2-3 maanden melden in het ziekenhuis voor een CT-scan en een controleafspraak met dokter Berenschot en/of dokter Baaijens. Op de scan kan de arts zien of er geen recidief van het lymfoom in het lichaam optreedt, of de ziekte niet terug is gekomen. Op 22 juni moet ik voor de scan, op 29 juni krijg ik de uitslag. Ik kan zelf niets aan het resultaat van de scan afdoen en laat het daarom op me af komen. Een beetje spannend is het wel.
Tot slot
Afgelopen weekend werd voor de zevende keer Alpe d’HuZes gereden. Het evenement, waarbij fietsers trachten de Alpe d’Huez zo vaak mogelijk te bedwingen en op die manier geld inzamelen in de strijd tegen kanker, bestaat nu zeven jaar. Op televisie werd er de voorbije dagen veel aandacht besteed aan de grootste geldinzamelactie tegen kanker die Nederland kent. Ik zag de documentaire over een jongen van mijn leeftijd die ook lymfklierkanker had. Bas Mulder vocht, werd schoon verklaard, maar moest na het terugkeren van de ziekte zijn strijd tegen kanker helaas staken. De uitzending kwam bij mij hard binnen en ik was tot tranen toe geroerd. Het filmpje wil ik jullie niet onthouden: http://www.lvn.nfk.nl/nieuws/_pid/content1/_rp_content1_elementId/1_471475